Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo was de koning Salomo koning [1]over gans Israel. 1. Dat is, over de twaalf stammen. Hetwelk van Salomo gezegd wordt tot onderscheiding van de volgende koningen, van welke sommigen, namelijk die na hem uit het huis van David afkomstig waren, maar over twee stammen, Juda en Benjamin, regeerden; de anderen over de tien andere.